Ontstaan, bewoners en merkwaardigheden

Ontstaan van Vorden
Vorden is ontstaan aan een doorwaadbare plaats in de Baakse Beek. Rondom deze beek werden kastelen gebouwd en ontstonden landgoederen. Het was belangrijk om zo’n kasteel in bezit te hebben omdat je dan ridder kon worden en belangrijke functies in het bestuur kon gaan bekleden.
Vaak zijn de kastelen, die niet zo comfortabel waren om in te wonen, aangepast aan een andere tijd en verbouwd tot een wat luxer landhuis. Soms zijn de oudste delen, van soms 700 jaar oud, nog te vinden in een aantal kastelen.

Kastelen van Vorden
Er zijn nog wel bewoonde kastelen gebleven zoals bijvoorbeeld kasteel Vorden. De adel die op deze landgoederen woonde – en nog vaak woont – heeft voor een rijke geschiedenis gezorgd.
De Wildenborch was in vroeger tijden een geduchte burcht van waaruit roofridders de strijd aangingen met het wettige gezag om hen heen. Nu is het een landhuis en in het bezit van de familie Staring met als bekendste lid de romantische dichter Anthony C.W. Staring. Er gaan zelfs verhalen rond over hun spook!
Naast Kasteel Vorden en de Wildenborch kennen we: Kasteel Hackfort, Den Bramel, De Wiersse, ’t Medler, Huize Onstein en Landgoed de Kieftskamp.

Kasteel Ruurlo – de naam zegt het al – behoort niet tot de Vordense kastelen, maar bij Ruurlo. Een bijzonder bouwwerk, juist omdat het nu een museum is. De bouwgeschiedenis van het kasteel gaat terug tot de 14e eeuw. Door zijn eerbiedwaardige leeftijd is Kasteel Ruurlo rijk aan verhalen. Er is in de 700 jaar van zijn bestaan enorm veel gebeurd. Het bijzondere aan het gebouw is dat de vijf eeuwen architectonische bouwgeschiedenis zichtbaar is en de oorspronkelijke plattegrond nagenoeg intact is. Al in de 14e eeuw dook de naam op in de archieven als bezit van graaf Reinhoud I van Gelre. De familie Van Roderlo, naar wie het kasteel – en Ruurlo waarschijnlijk ook – vernoemd is, waren de eerste bewoners. Het huidige uiterlijk van het kasteel stamt grotendeels uit de 16e en 17e eeuw.

Kunsthistorica Antoinette Timmer volgde in Rotterdam aan de Academie van Beeldende Kunsten de ‘modeopleiding’. Ze studeerde een jaar aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunst en gaf na het behalen van het staatsexamen les in modetekenen, kunst- en kostuumgeschiedenis.
Na haar pensionering studeerde ze nog kunstgeschiedenis aan de universiteit van Utrecht. Ze was reisleidster van kunsthistorische reizen, gids in Museum Arnhem en nu nog gids voor het VVV in Vorden, bij de Vordense kastelen en sinds vijf jaar in Huis Verwolde te Laren. Daar vertelt ze hoe we kunnen genieten van wat ons uit het verleden is nagelaten.